Skip to the content

Wanneer moet de noodverlichting gaan branden

Noodverlichting dient te gaan branden wanneer de normale verlichting uitvalt, bijvoorbeeld bij stroomuitval. In dat geval schakelt de noodverlichting in. Dit kan op twee verschillende manieren gebeuren, wat afhankelijk is van het type installatie dat gebruikt wordt.

Allereerst kan een eigenaar van een gebouw kiezen voor decentraal gevoede noodverlichting. In dit geval heeft elk armatuur een ingebouwde batterij. Deze installatie wordt direct aangesloten op een eindgroep in een bepaalde ruimte. Wanneer in dit geval de stroom uitvalt, is het al dan niet aangaan van de verlichting niet afhankelijk van de bekabeling die is aangelegd.

Ten tweede is centraal gevoede noodverlichting een optie. In dit geval worden de armaturen voorzien van een eigen voedingsbron en lader. De armaturen worden dan gevoed vanuit een centraal punt voor noodstroom. Dit type verlichting is dus volledig afhankelijk van de kabelstructuur die is aangelegd vanaf de noodstroom naar de verschillende armaturen.

Als er gekeken wordt naar veiligheid en verlichting, zijn er een aantal aandachtspunten die ook een indicatie geven over wanneer de noodverlichting moet aangaan en hoe lang deze moet branden.

  • Allereerst dient de noodverlichting bij nooduitgangen en vluchtwegen minimaal 60 minuten op vloerhoogte te branden.
  • Na het uitvallen van de elektriciteit moet de noodverlichting binnen 5 seconden branden, waarbij deze minimaal één uur moet blijven branden.
  • Indien er sprake is van een werkplek met verhoogd risico, dient de lichtsterkte minimaal 10% van de normale verlichting te zijn wanneer de elektriciteit uitvalt.
  • De noodverlichting dient dusdanig licht te geven dat er bij calamiteiten eventuele werkzaamheden normaal uitgevoerd kunnen worden.

De noodverlichting is in veel gevallen ook gebonden aan een specifieke locatie in en rondom het gebouw. Daaronder vallen:

  • Binnen twee meter van trappen.
  • Indien sprake van niveauverschillen, ook binnen twee meter van dit niveauverschil.
  • Bij richtingsveranderingen.
  • Kruisingen van gangen.
  • Bij elke EHBO-post.
  • Brandmelders en brandbestrijdingsmiddelen.
  • Aan de buitenkant van het gebouw en in de nabijheid van elke uitgang.
  • Bij iedere uitgang die tevens als nooduitgang gebruikt wordt.

Royal Safety

Dalweg 24 · 3233 KK Oostvoorne
info@royalsafety.nl · www.royalsafety.nl

Telefoon

Bel ons voor meer informatie:
010 - 268 19 27

E-mail

Stuur ons een e-mail:
info@royalsafety.nl

Royal Safety bus

Het veld 'Voornaam' is verplicht
Het veld 'Achternaam' is verplicht
Vul aub. een geldig e-mailadres in